Dr. Waaijer
Onderzoek
Waaijer et al. (2022)
Masquelet procedure for the treatment of intra-articular defects of the wrist
Dit artikel beschrijft het gebruik van de Masquelet-techniek bij de behandeling van intra-articulaire polsdefecten. De techniek blijkt veelbelovend bij complexe defecten en kan een alternatief zijn voor conventionele methoden.
Filipe et al. (2021)
Patient-reported outcomes of ductoscopy procedures for pathologic nipple discharge
De studie onderzoekt de ervaringen van patiënten met ductoscopie bij pathologische tepeluitvloed. De resultaten tonen aan dat deze minimaal invasieve techniek goed wordt verdragen, met een hoge tevredenheid.
Waaijer et al. (2021)
Detection of breast cancer precursor lesions by autofluorescence ductoscopy
Autofluorescentie-ductoscopie werd geëvalueerd als diagnostische techniek. Het blijkt effectief in het opsporen van voorstadia van borstkanker, wat kan bijdragen aan vroegere detectie en interventie.
Waaijer et al. (2020)
Interventional ductoscopy as an alternative for major duct excision
Interventionele ductoscopie biedt een minder invasief alternatief voor chirurgische ductexcisie bij vrouwen met pathologische tepeluitvloed. De studie toont een reductie in de noodzaak van chirurgische ingrepen.
Nawijn et al. (2020)
Retrograde intramedullary nailing for humeral midshaft fractures
Een retrospectieve analyse van retrograde intramedullaire nageling bij humerusschachtfracturen. De techniek heeft goede uitkomsten met lage complicatiepercentages.
Waaijer et al. (2018)
Ex vivo feasibility study of endoscopic intraductal laser ablation of the breast
Een haalbaarheidsstudie naar endoscopische intraductale laserablatie van de borst. De techniek lijkt potentieel te hebben voor gerichte behandeling van afwijkingen in melkgangen.
Waaijer et al. (2016)
Systematic review and meta-analysis of the diagnostic accuracy of ductoscopy
Een systematische review toont aan dat ductoscopie een betrouwbare methode is voor de diagnostiek van pathologische tepeluitvloed, met hoge nauwkeurigheid in het opsporen van afwijkingen.
Waaijer et al. (2016)
Use of immunohistochemistry for assessing cell death after MR HIFU versus RF ablation
Deze studie vergelijkt celdood in borstkankerweefsel na behandeling met MR-HIFU versus radiofrequente ablatie. Immunohistochemie bevestigde het effect van beide technieken.
Waaijer et al. (2015)
Impact of preoperative evaluation of tumor grade by core needle biopsy
Het artikel toont aan dat preoperatieve evaluatie van tumorgraad met kernbiopsie bijdraagt aan betere risico-inschatting en patiëntselectie voor adjuvante therapieën bij borstkanker.
Waaijer et al. (2015)
Interventional ductoscopy reduces surgical procedures in nipple discharge
Interventionele ductoscopie vermindert de behoefte aan chirurgische ingrepen bij patiënten met pathologische tepeluitvloed, wat wijst op een efficiëntere zorgaanpak.
Waaijer & Witkamp (2015)
Management of nipple discharge and associated imaging findings
Commentaarstuk dat richtlijnen bespreekt voor de behandeling van tepeluitvloed en de bijbehorende beeldvorming.
Waaijer et al. (2014)
Radiofrequency ablation of small breast tumors
Evaluatie van een nieuwe bipolaire koel-tip applicator voor radiofrequente ablatie van kleine borstumoren. Het apparaat lijkt effectief en veilig.
Waaijer et al. (2013)
Ductoscopy for pathological nipple discharge
Nederlandstalige studie over ductoscopie als diagnostische methode bij pathologische tepeluitvloed. Conclusie: een veelbelovende techniek voor gerichte diagnostiek.
Waaijer et al. (2013)
The peripheral processes of spiral ganglion cells after brain-derived neurotrophic factor
Deze studie onderzoekt de effecten van BDNF op perifere processen van spirale ganglioncellen bij doof geworden cavia’s. De resultaten wijzen op mogelijke toepassingen in gehoorrevalidatie.
Waaijer et al. (submitted)
Arthroscopic radial styloidectomy for the treatment of radioscaphoid impingement, SLAC and SNAC wrists
Deze studie richt zich op het gebruik van arthroscopische radiale styloidectomie als behandelmethode voor verschillende polspathologieën, waaronder radioscaphoïde impingement, SLAC (scapho-lunate advanced collapse) en SNAC (scaphoid nonunion advanced collapse) polsen. Het artikel onderzoekt de effectiviteit en veiligheid van deze minimaal invasieve techniek als een mogelijke behandeling voor patiënten met pijn en beperkte mobiliteit in de pols veroorzaakt door deze aandoeningen.